Ideologie industriële landbouw versus logica biologische landbouw

Landbouw, is niet meer en niet minder dan het optimaliseren van de werking van de zon, deze  zonne-rijkdom benutten op de aarde. Planten zijn in staat om met fotosynthese de zonne-energie op te vangen en samen met het bodemsysteem in en rond de wortels organische stof te generen. Organische stof is voedsel voor de aarde, dier en mens. Het uitgangspunt is voedsel voor de aarde. De aarde, de bodem en het bodemleven voeden, genereert bodem vruchtbaarheid waardoor een positieve spiraal ontstaat in organische stof productie. Deze manier van denken en uit oefening van landbouw zorgt voor een uitbreiding van het landbouwareaal. Erosie wordt hersteld en voorkomen. Op deze manier komt er wereldwijd voldoende voedsel voor alle mensen beschikbaar.

Een wijs beheer van de aarde, gebruikmakend van wat in de natuur zelf beschikbaar is, haar natuurlijke “eigen wijsheid” benutten in plaats van te denken dat we met simpel detail wetenschap de natuur onze wil kunnen opleggen (domme eigenwijsheid van de mens), geeft veel meer mogelijkheden om het goede te doen voor de aarde en daarmee voor de mensheid.

De mens, boer, in de biologische landbouw wordt dan ook gezien als een dirigent in het bedrijf, leergierig voor wat de natuur ons te bieden heeft aan zelf organiserend vermogen. Op die manier kunnen zich robuuste bedrijfssystemen ontwikkelen, waarin voedsel zekerheid geoptimaliseerd wordt.

Open waarneming, de ontwikkeling van een holistische mind-set, maakt de mens bewust  van het wonder van de natuur, mee bewegen naar een optimalisering van bodemvruchtbaarheid voor voedsel productie is dan leidend in de bedrijfsvoering. Hierbij wordt uitgegaan van wat landbouwkundig, regionaal en op bedrijfs niveau mogelijk is. Van een economisch gestuurde landbouw, naar een ecologisch gestuurde landbouw waarbij  regionale voedselzekerheid  en veiligheid centraal staan.

Voor de kringloop of liever gezegd het positieve spiraal denken van de Biologische  landbouw, is een goede regionale verhouding tussen dierlijke- (mest voedt de bodem) en plantaardige productie van belang. Variatie tussen bedrijfsvormen in regio’s en de eigen veredeling van planten en dieren bieden ontelbare en verrassende mogelijkheden voor het vergroten van de draagkracht en weerbaarheid, dit als resultaat van toenemende biodiversiteit.  Een robuust landbouw systeem roeit geen ziekten en plagen uit, maar biedt weerstand waardoor deze geen grote schade veroorzaken. Zo worden ecologische evenwichten in het landbouw systeem  door optimalisering in plaats van maximalisering van productie mogelijk gemaakt.

Dit laatste is de ideologie van de industriële landbouw, die van de maakbaarheid van de natuur uitgaat, met korte termijn resultaten als leidend principe. Alle niet (tegen) natuurlijke middelen en genetische manipulaties worden toegestaan, op grond van beperkt onderzoek, waarbij onschadelijkheid de waarheid is, totdat het tegendeel bewezen wordt.

Een zeer gevaarlijk uitgangspunt, zoals we in verre verleden met DTT ervaren hebben en meer recentelijk met vele chemische bestrijdingsmiddelen, met als meest recent voorbeeld Round Up, in de jaren ’60, als zeer onschuldig chemisch onkruid bestrijdingsmiddel toegelaten, waar Monsanto haar “veredelingsprogramma” (GMO planten, monopolie) op heeft gebaseerd.

Per 1 jan 2015 wordt dit middel voor algemeen gebruik verboden.

2014, Piet van IJzendoorn